Eline Portman

1879 - 1928

Op het internet vond ik een verzameling van ruim driehonderd opmerkelijke foto’s. De meeste daarvan hadden de familie als onderwerp, maar tussen deze opnamen bevond zich ook een tamelijk eenvormige serie buitenportretten. Deze wekte mijn nieuwsgierigheid en via de verkoper kwam ik op het spoor van de maakster, Eline Portman.

Een achterkleindochter over Eline Portman:

Ik heb Eline nooit in levenden lijve ontmoet, maar mijn oma vertelde over haar en ik was altijd heftig geïnteresseerd; in eerste instantie in haar levensloop en in alles wat over haar werd verteld, inclusief de vele roddels. Zij was de enige in de familie die iets had gedaan dat geen verband hield met de kleinburgerlijke wereld waarin ook zij zelf leefde. Ik bewonderde haar. Later raakte ik ook geïntrigeerd door haar foto’s, ik verzon er verhalen bij en ik hoorde haar praten met de mensen die zij fotografeerde, ik zag haar lopen over de Limburgse velden met haar rugzakje, het onhandige ouderwetse statief en de haar zo dierbare camera. Ze maakte foto’s omdat ze ervan hield: van de gefotografeerde onderwerpen én van het fotograferen zelf; van de interactie met mensen en met dieren.

Eline Portman werd in 1879 geboren te Maastricht als Eline Louw. Haar vader Hendrik Louw was bankier en de familie behoorde tot de betere middenklasse. Eline doorliep de katholieke meisjesschool en wilde net als haar oudere broer gaan studeren, een opvallende keuze in die tijd. Op 16-jarige leeftijd leerde zij via haar broer de jonge Valkenburgse architect Johan Portman kennen. De twee kregen een verhouding en zij raakte in verwachting. Ze trouwden toen zij 17 was, nog voor ze haar studie kon beginnen. In 1897 werd hun dochtertje Yvonne geboren. Ondanks een kennelijke behoefte aan meer kinderen werd Eline niet meer zwanger. De eerste huwelijksjaren verliepen echter voorspoedig. Ze woonden in een grote villa aan de Emmalaan in Valkenburg en Eline hield ervan om met het kleine kind door het stadje te wandelen. Op de terrasjes die het dorp toen al rijk was, (Valkenburg was in die tijd al een bekend toeristenoord) ontmoette zij haar vriendinnen. Ze hoefde dankzij een hulp in de huishouding niet hard te werken en eigenlijk leidde zij een luchtig en redelijk mondain bestaan.

Johan Portman had een opgeruimd karakter en was een bekend figuur in Valkenburg. Hij hield zich niet alleen met architectuur bezig maar ook met het reilen en zeilen van het dorp. Het was geen uitzondering dat hij met de burgemeester en andere notabelen een avond doorbracht, discussiërend over de toekomst en de exploitatie van het toerisme en, daarmee verband houdend, het agrarische landschap (waarmee zij hun tijd ver vooruit waren), de nieuwste ontwikkelingen in onderwijs en over bestuurlijke perikelen. Ook interesseerde hij zich voor nieuwe technieken en materialen die verband hielden, in de meest ruime zin, met de architectuur. Hij maakte hiertoe korte reizen naar Duitsland en België en tijdens een van die reizen kocht hij een fotocamera en materialen voor de donkere kamer. Hij wilde zich gaan toeleggen op het fotograferen van gebouwen en van landschappen. Al gauw bleek echter dat hij de concentratie niet kon opbrengen die ervoor nodig is om deze hobby door te zetten.

Eline, die volgens de verhalen het waarschijnlijk nog steeds betreurde dat ze niet de kans had gekregen om te studeren, begon een heftige belangstelling aan de dag te leggen voor de fotografie. Ze wilde alles weten over de camera, manieren van ontwikkelen en verschillende soorten fotopapier. Ze wilde gebouwen fotograferen en op die manier met haar man samenwerken, ze wilde het dorp fotograferen, ze wilde reizen en steden bezoeken. Om met de camera te oefenen begon zij haar omgeving te fotograferen, naar eigen zeggen waren dit puur technische oefeningen, vingervaardigheden. Zij ensceneerde kleine taferelen en portretteerde haar vriendinnen. Tussen 1905 en 1910 begon ze ook op straat mensen te fotograferen. Dat heeft geresulteerd in een enorm oeuvre van geportretteerde mensen en dieren waarvan er hier enkele worden getoond. De geportretteerden waren vaak onbekenden die zij aansprak, toeristen die zij ontmoette tijdens haar wandelingen met Yvonne of mensen uit het dorp. Dit project, dat onschuldig begon, nam Eline steeds meer in beslag. Haar sociale leven en haar kerkelijke leven hebben er onder geleden en haar gedrag heeft haar man menigmaal in verlegenheid gebracht. Niettemin heeft ze volgehouden en vele honderden portretten gemaakt.

Valkenburg was een mooie locatie voor Eline. Niet alleen waren de heuvels, bossen en weilanden een afwisselend decor voor haar foto’s, Valkenburg was vanaf het midden van de 19e eeuw een bekend vakantie- en kuuroord. De vele bezoekers uit Nederland, België en Duitsland vormden een constante bron van nieuw materiaal voor haar. Deze toeristen waren in het algemeen van goede komaf, in tegenstelling tot de lokale bevolking en arbeiders die ze ook fotografeerde. Waarom Eline uiteindelijk geen gebouwen als onderwerp heeft genomen is niet duidelijk. De meest voor de hand liggende reden zou kunnen zijn dat ze tevreden was met de foto’s die ze maakte. In de foto’s was ze in staat een eigen wereld te laten zien, waarin alle mensen in Valkenburg een plek kregen. Ze stond ermee op en ging ermee naar bed. Johan zei dat ze soms ’s avonds om 11 uur uit de donkere kamer kwam en dan vol trots het glimmende portret van een boerin liet zien, waarbij ze in superlatieven sprak over de wolkenpartij boven haar hoofd en de prachtige expressie op het gezicht van de boerin. Als ze de foto erg mooi vond dan gaf ze ostentatief een kus op de foto, terwijl Johan stond te trappelen om naar bed te gaan. Dit werd een probleem binnen het huwelijk, niet omdat Johan zijn vrouw niet een eigen roeping gunde, want zo conservatief was hij absoluut niet, maar Eline verzuimde haar huwelijkse plichten meer en meer. Ook kreeg ze problemen binnen de kerkgemeenschap. Op zondagochtenden, wanneer iedereen naar de hoogmis ging, liep Eline door de velden rondom Valkenburg. In de rust die er dan heerste ontmoette ze wel eens een jong hert of een klein kind dat buiten bij een boerderij speelde. Ze kon dan urenlang toekijken en fotograferen. De kerkgemeenschap vond het vreemd dat een jonge vrouw op die manier buiten ‘rondhing’. Johan had eens beweerd dat zijn vrouw op die manier contact vond met God en er was menig Limburger die deze uitspraak hovaardig en blasfemisch vond. Eline heeft later eens tegen mijn oma gezegd dat ze op die zondagen soms het gevoel had dat ze boven op de torenspits van een kerk stond, haar benen krampachtig gespannen in angst om niet te vallen en haar ogen gevuld met geluk omdat ze zo hoog in de hemel kon kijken. Het beeld vormt bijna een parodie op de achterdocht van de kerkgemeenschap en tegelijkertijd staat dit beeld voor mij symbool voor de kunstenaar.

Door het wegblijven van toeristen werd Eline met het uitbreken van de oorlog min of meer gedwongen het fotograferen op te geven. Enkele portretten zijn waarschijnlijk nog in het begin van de jaren twintig gemaakt. Rond 1925 begon haar gezondheid te verslechteren en moest ze worden opgenomen in een verzorgingstehuis te Maastricht, waar zij in 1928 op 48-jarige leeftijd overleed. Na haar dood werden haar portretten opgeborgen in de archieven van Valkenburg, waardoor ze lange tijd aan het oog van de wereld onttrokken werden. In 1975 werd een expositie georganiseerd in het streekmuseum van Luik waarin een deel van haar collectie werd getoond. Op die tentoonstelling zijn enkele goede reacties gekomen. Ik ben blij dat de naam van mijn overgrootmoeder af en toe opduikt, want haar foto’s zijn zeer de moeite waard.

Verwante fotografen

bekijk

Ine Wiegers

bekijk

Alex Heuvelkering

bekijk

Elbertus Donkerwolk