Een artikel dat verscheen in het feminstische fototijdschrift Haarscherp (1977)
Het zichtbare voorbij
De paranormale werken van Johanna Vliegenthart
Johanna gaf al op zeer jonge leeftijd blijk van bovennatuurlijke gaven. Als vijfjarig meisje zag ze in haar slaap een volledig overstroomd landschap, dat ze later herkende als Zeeland tijdens de grote overstroming van 1953. Ze kon de warmte uit brandwonden halen en werd al snel geraadpleegd door mensen in haar geboortedorp Warffum. Haar voorspellende gaven ontwikkelde ze ten volle toen ze een besef kreeg van de wiskundige gronden die ons leven beheersen. Ze bedacht een universeel geldige formule waarmee ze niet alleen de datum van veel belangrijke historische gebeurtenissen wist te herleiden, maar die ook voorspellende kracht had. Deze formule luidt: 28x + 23y, waarin x en y gehele getallen zijn die zowel positieve als negatieve waarden kunnen aannemen. Haar geboortejaar is bijvoorbeeld af te leiden als 28×5 + 23×79. De constanten 28 en 23 hebben betrekking op de cycli die het leven van respectievelijk mannen en vrouwen beheersen. Het schijnt dat Harry Mulisch zo onder de indruk was van dit werk dat hij jarenlang heeft geprobeerd een relatie met Johanna te krijgen. Zij wilde echter niets weten van de avances van de oudere Haarlemse schrijver.
Johanna Vliegenthart studeerde kort wiskunde aan de Universiteit van Groningen, maar hield het voor gezien omdat er te veel vakken werden gegeven die ze oninteressant vond. Na dit uitstapje in de academische wereld richtte ze haar aandacht alleen nog op het ontwikkelen van haar paranormale gaven. Ze combineerde haar experimenten met de bewijskracht van fotografische methoden. Omdat ze al op jonge leeftijd blijk had gegeven van een buitengewoon talent voor fysieke paranormale verschijnselen, wendde ze zich tot het probleem van menselijke levitatie, een proces dat maar door zeer weinig mensen wordt beheerst. Eerst schoten de krachten van Johanna nog te kort en kon ze alleen kikkers en muizen laten zweven. Pas na enkele jaren van intensieve training verfijnde ze haar techniek en was ze in staat om mensen te laten zweven. De grootste levitatieprestatie die ze tot nu toe heeft neergezet is het opheffen van een dorpsgenote gedurende 62 seconden met als hoogste punt 115 centimeter boven de grond. Dit is wereldwijd gezien een record waarvoor ze geen enkele erkenning heeft gekregen. Bovendien is zij de eerste vrouw die ooit meer dan een persoon tegelijk kon leviteren.
Een zeer bijzondere techniek die zij heeft uitgevonden en die we hier willen noemen is het paranormale huidschrift. Deze methode is nog in volle ontwikkeling. Op dit moment kan zij letters en eenvoudige woorden op haar eigen huid denken. Het voert veel te ver om uit te leggen hoe de techniek precies in zijn werk gaat, maar de handelingen zijn als volgt. Ze gaat met de zelfontspanner in de hand in gedimd licht met haar rug naar de kamera zitten. Door een opperste concentratie denkt ze letter voor letter op haar rug. Daarbij zijn sommige letters moeilijker dan andere; de e is bijvoorbeeld een van de moeilijkste om uit te voeren. Toch is ze al in staat om woorden te maken. Haar doel is om volledige zinnen in een tijdsbestek van enkele seconden te denken. Een sessie duurt nu nog ongeveer twee uur, waarna Johanna volledig is uitgeput. Maar ze ziet nog veel mogelijkheden om de techniek te verfijnen en rekent erop dat de methode binnen enkele jaren is uitontwikkeld. Dan verwacht ze verstrekkende gevolgen van dit werk, met toepassingen op terreinen variërend van dovencommunicatie tot spionageactiviteiten.
Een ander doorlopend project is de aurafotografie. Deze vorm van fotografie heeft in het verleden haar waarde op inhoudelijke en voorspellende gebieden al ruimschoots bewezen. Maar Johanna is er van overtuigd dat de aurafotografie pas in haar kinderschoenen staat. Ze voorziet mogelijkheden die nu nog nauwelijks denkbaar zijn, waarbij een hele nieuwe wereld zichtbaar zal worden gemaakt. De basis van aurafotografie wordt volgens veel beoefenaren gevormd door bepaalde elektromagnetische golven. Johanna gelooft dat niet. Elektromagnetische golven, die ieder levend wezen zou uitstralen volgens aurafotografen, zijn nog nooit wetenschappelijk vastgesteld in dit verband. Ze is dan ook huiverig voor alle oplichters die deze tak van fotografie heeft voortgebracht. Voor haar ligt de basis van de aurafotografie in de tijd dat een negatief wordt belicht. Ze is van mening dat het aura met de tijd in de foto groeit. Dit idee komt in grote lijnen overeen met dat van Walter Benjamin, een filosoof die veel heeft gedacht en geschreven over de relatie tussen aura en fotografie. Ook hij was er van overtuigd dat het aura in de foto moet groeien, en dat dit met de steeds betere en snellere camera’s en films in de loop van de 19de eeuw verloren is gegaan. Om het aura te vangen heeft Johanna veel proeven gedaan en is er achter gekomen dat de optimale ‘auratijd’ rond duizend seconden belichting ligt. Dan is er een duidelijk aura in de foto aanwezig en tonen zich zaken die voor het blote oog normaal niet zichtbaar zijn. Zo heeft ze een serie portretten gemaakt waarbij de personen als het ware tot hun aura zijn gereduceerd. De vluchtige, tijdelijke, onbelangrijke zaken vallen weg in deze portretten en de geportretteerden tonen zich in hun auratische essentie. Het is interessant dat Johanna ook buiten de fotografie de wereld op deze wijze waarneemt; de essentie schouwend door de overbodige details heen.
Het belangrijkste onderzoeksproject van Vliegenthart is de ‘gevoelsgolvengrafie’, de ggg. Dit moet worden gezien als een van de meest revolutionaire ontdekkingen van het laatste decennium binnen de fotografie. Met deze door haar uitgevonden vorm van registratie legt zij de onzichtbare gevoelens van personen vast. De ggg is verwant aan gedachtefotografie (denk bijvoorbeeld aan het werk van Ted Serios en Eddy Zuidhoek), maar is vele malen dieper en raadselachtiger. Vliegenthart bewerkt een stuk negatieffilm met sappen die ze isoleert uit bepaalde vleessoorten, verzadigd met extracten uit grassen. Ze laat de film gedrenkt in deze vloeistof enkele weken in het donker staan en juist voor gebruik droogt ze de film. Deze wordt in het donker op het voorhoofd van haar proefpersoon geplakt en met een verband lichtdicht gemaakt. Dan gaat Johanna tegenover de persoon zitten en treedt in een ‘paranormaal gesprek’ met haar. Ze spreken zonder een geluid te maken over de diepste en meest persoonlijke gevoelens van de ‘geportretteerde’. Via golven die worden gevormd bij sterke gevoelens, en die het beste als gedematerialiseerde hersencellen kunnen worden gezien, wordt informatie overgebracht. De film die zij heeft bewerkt is zeer gevoelig voor dit type ‘gevoelsgolven’, en het resulterende patroon op film is een 1:1 afbeelding van bepaalde gemoedstoestanden van de proefpersoon. Het lezen van een afdruk van een begolfde film is natuurlijk niet voor iedereen weggelegd, maar is voorbehouden aan personen die kunnen ‘zien’, die de techniek van een paranormaal gesprek beheersen. De afdruk is het resultaat van een beeld dat bij bepaalde gevoelens in de geest van de persoon wordt opgeroepen. Dit beeld was al waargenomen tijdens het paranormale gesprek, en kan worden begrepen omdat tijdens het gesprek de betekenis volkomen helder was.
Afgezien van de betekenis die de beelden van Johanna hebben, vinden ze van een grote schoonheid getuigen. Wij hebben haar daarom gevraagd of zij plannen heeft om deze schitterende ‘afbeeldingen van de geest’ tentoon te stellen. Door hun minimalistische uitstraling sluiten de werken goed aan bij hedendaagse kunst. Maar Johanna wilde niets van een kunsttentoonstelling weten. Met dat soort oneigenlijk gebruik van haar foto’s wordt het idee erachter en de reden van hun bestaan weggemoffeld. Bovendien ziet zij zichzelf juist niet als kunstenares, maar als een serieus wetenschapper die alleen de waarheid zoekt en deze tracht in al haar verschillende vormen vast te leggen.